De ongenode gast

Ik kan het me nog zo goed herinneren.

Daar ging ik dan. De theorie zat in mijn hoofd en ik had net de opdracht gekregen om een lichamelijk onderzoek te gaan doen bij een patiënt die net op de afdeling was aangekomen. Mijn eerste co-schappen. En ik werd in het diepe gegooid.

Braaf als ik was ging ik het maar doen. Geen idee hoe ik dat aan moest gaan pakken. Ik zou me moeten voorstellen, ik zou klungelig zijn. Ik zou wat dingen uitvoeren, waarschijnlijk zonder te weten wat ik nu precies aan het doen was, wat ik voelde, wat ik hoorde. Op ik bij percussie nou wel een demping hoorde of toch niet? Of de vaten nu gestuwd waren of niet?

En wat als de patiënt mij vragen erover zou stellen? Wat moest ik dan zeggen? Waarom ging de arts-assistent niet gewoon mee? Ik voelde me verloren. Deed wat me gevraagd werd, zo goed en zo kwaad als het ging. Durfde vervolgens geen vragen te stellen aan de arts-assistent als ik terugkwam en onzeker over iets was. Want ik hoorde het toch te weten… Ik zou het moeten kunnen. Zo voelde het helemaal niet. En ik durfde daar niks meer over te zeggen, bang door de mand te vallen.

Zo ging het door, co-schap na co-schap. Soms was er een arts die er bij bleef, keek wat ik deed, me leerde wat ik moest leren. Heel vaak niet. Heel veel dingen leerde ik wel in de praktijk. En toch kwam ik van de opleiding geneeskunde af zonder ook maar één keer een fatsoenlijke blik op een trommelvlies te hebben gehad. Ik kreeg het gewoon niet voor elkaar. Ach, KNO was sowieso niet mijn ding.

Ik denk wel eens terug aan deze tijd, best lang geleden. Ik trok mijn mond toen niet open. Ik had het idee dat ik het zelf moest oplossen, dat ik het zou moeten kunnen. Dat ik dom was, ja, dat vooral ook. En niet durfde toegeven dat ik iets heel lastig vond. Dat voelde namelijk zo kwetsbaar. En die kwetsbaarheid durfde ik niet te laten zien.

Tijden zijn veranderd. Ik ben veranderd. Andere wegen zijn ingeslagen. Er is meer speelruimte ontstaan om uitdagingen te durven aangaan, toe te geven dat ik iets nog niet kan, of iets spannend vind. Met knikkende knieën ben ik uitdagingen aangegaan. Nog steeds met de stemmen van angst in mijn hoofd om niet goed genoeg te zijn. Me steeds meer bewust dat die kritische stem mij ook maar overkomt en mijn feestje probeert te verstoren (althans dat vind ik dan natuurlijk, hij wil er gewoon bij zijn). Door hem steeds weg te sturen, loop ik echter het risico mijn eigen feestje te verstoren. Want man, man, wat kost het een energie om zo’n ongenode gast weg te sturen. Deze wil er bij zijn en aangekeken worden. En hoe menselijk en waardevol is het niet om zo’n kritische gast op je feestje te hebben?

Nu ik dit steeds meer aanga, de opleiding Theater van het Leven – Opleiding voor Nondualiteit en Speelse Spiritualiteit (dewereldvanmorgen.nl) helpt me hierbij, merk ik dat er meer ruimte komt. Ideeën ploppen op. Contacten worden gelegd. Plannen worden gesmeed! Soms laat ik me verrassen door wat er op mijn pad komt, soms ga ik wat actiever op zoek. Er zijn plannen om weer als leerkracht aan de slag te gaan. Er zijn plannen om daarnaast iets te ondernemen voor ouders. Nog helemaal niet duidelijk hoe en wat, maar ik geniet even van mijn hervonden energie en enthousiasme.

Psst, ik heb nog even gedacht dat ik hier een foto van mezelf met feesthoedje zou plaatsen, maar dat vond de kritische gast niet zo’n goed idee. Ik heb deze keer maar geluisterd, zucht…