Niet willen, niet kunnen of niet hoeven?

Thuisonderwijs aan hoogbegaafde kinderen

We zijn al weer ruim vier weken op weg met onderwijs thuis. De eerste weken waren wennen, zowel voor leerkrachten als voor ouders en niet in het minst voor kinderen. Bij sommigen zal een zekere routine zijn ontstaan, bij anderen lijkt dat maar niet te lukken. Zo zachtjes aan bereiken mij de berichten van ouders die het heel lastig vinden om hun hoogbegaafde kind thuis aan het werk te krijgen of houden. Ze willen zich niet inzetten, raken gefrustreerd bij moeilijke opdrachten, maken zich er makkelijk vanaf of beginnen niet eens aan hun werk. En dat leidt weer tot wanhopige ouders die niet begrijpen waarom hun kind niet lijkt te willen leren. Waarom is mijn kind zo lui? Deze vraag heb ik al vaker gehoord afgelopen weken.

Omgevingsfactoren

Ten eerste is het natuurlijk niet zo verwonderlijk dat een kind het moeilijk heeft in deze tijd. De normale structuur valt weg, de steun van klasgenoten en een leerkracht om je heen ook. De invloed van de omgeving kan niet verwaarloosd worden. Een leerkracht kan de drijvende kracht zijn voor een kind om in gang te schieten. Vooral kinderen die zich sociaal aanpassen, zullen baat hebben bij een leerkracht waar zij een goede band mee hebben.

Niet willen of niet kunnen?

Waar ik het in deze blog eigenlijk over wil hebben, is de soms foutieve aanname dat een ‘niet gemotiveerd’ kind niet wil leren. Is er wel degelijk sprake van niet willen? Of is er soms ook sprake van ‘niet kunnen’ en zelfs ‘niet hoeven’. Als een kind slim is, ligt ‘niet kunnen’ niet zo voor de hand. Toch kan het een kind aan vaardigheden ontbreken om aan een taak te beginnen en deze tot een goed einde te brengen. Zwakke executieve vaardigheden komen maar al te vaak voor bij hoogbegaafde kinderen en dat zal in deze tijd niet anders of zelfs sterker aanwezig zijn. Het ondersteunen bij het versterken van executieve vaardigheden kan een zware last leggen op ouders. Ouders die het nu al zwaar genoeg kunnen hebben.

Te vrijblijvend

‘Niet hoeven’ wordt nogal eens vergeten als oorzaak van het niet willen werken. We zijn mild geweest afgelopen weken voor onze kinderen, zowel ouders als leerkrachten. Begrijpelijk, onze kinderen hebben veel te verduren in deze tijd. Toch vragen ouders mij nu om vooral meer consequenties te verbinden aan het niet maken van werk. Als het werk te vrijblijvend wordt, dan zal menig kind er niet aan willen beginnen. Want hoe aantrekkelijk is het om aan moeilijk werk te beginnen, als je toch al niet zo goed tegen frustraties kan, het niet fijn vindt om fouten te maken, en er overal verleidingen zijn. Je hoeft het ook niet te doen voor je klasgenoten of juf die niet direct aanwezig zijn. Je ouders houden toch wel van je, daar twijfelen de meeste kinderen gelukkig niet aan. Hoogbegaafde kinderen zijn ook zeer goed in staat om hun slimheid in te zetten om te vermijden en dingen te ontwijken waar ze niet zo veel zin in hebben.

Compassie en consequenties

Dus voor alle ouders waarvan de kinderen weerstand bieden tegen het schoolwerk, laten we kinderen wat tegemoet komen in deze tijd door mee te denken. Laten we naast het verplichte basiswerk ook denken aan verrijking die in de lijn van de eigen interesse ligt, biedt dus ook keuzes aan. Laten we niet te veel vragen van de vaardigheden van hoogbegaafde kinderen op dit moment om ouders te ontlasten. En als laatste pleit ik voor een niet vrijblijvend karakter van verrijkingswerk, ook nu of misschien wel juist nu. Wel altijd vanuit een warme meelevende begeleiding! Onze hoogbegaafde kinderen zullen dankbaar zijn (ook al zullen sommigen uiteraard zeggen van niet)