Hoogbegaafdheid en intensiteit: accepteren en integreren

hoogbegaafdheid en intensiteit

Hoogbegaafdheid en intensiteit horen bij elkaar. Het is een kwestie van leren accepteren en leren integreren in je leven. Je wereld zou maar vergaan, als je iets meemaakt wat voor een ander hooguit een beetje vervelend is. Dan raak je elke keer weer uit balans en kost het weer energie om die balans te hervinden. Vele kinderen en hun gezinnen hebben hier dagelijks mee te maken en zuchten onder de onrust die dit met zich meebrengt.

Je wereld zou maar vergaan…

Ik neem een greep uit de situaties die ik zelf afgelopen week meegemaakt hebt. Je wereld zou maar vergaan als je pasgewassen haar je kussen nat maakt. Je wereld zou maar vergaan, als een speelafspraakje niet nagekomen wordt. Je wereld zou maar vergaan als je leerkracht je vraagt terug te kijken op een periode die niet fijn was. Je wereld zou maar vergaan, als je fruitbakje kapot gevallen is. Je wereld zou maar vergaan als je broer wel iets heeft gekregen wat jij niet hebt gekregen. Je wereld zou maar vergaan als er nog een stukje van het kroontje aan de aardbei zit. Je wereld zou maar vergaan als je je niet begrepen voelt door collega’s. Dan heb je het zwaar…

Stel je niet zo aan…

En dan krijg je als kers op de taart ook nog te horen dat je je aanstelt, dat het wel meevalt, dat je niet zo moet overdrijven of dat je niet zo gevoelig moet zijn. Maar voor jou voelt het echt en erg. Je voelt het in elke vezel van je lijf. Het resultaat: je voelt je nog minder begrepen. Gelukkig kent intensiteit twee kanten en zijn de dalen heel diep en de pieken heel hoog.

Intensiteit

Kazimierz Dabrowski (1902-1980), Poolse psycholoog en psychiater schreef over de overexcitabilities en maakte een onderverdeling in verschillende categorieën: psychomotorisch, zintuigelijk, intellectueel, verbeelding en emotioneel. Hoogbegaafden hebben over het algemeen meer behoefte aan prikkels vanuit de bovengenoemde ontwikkelingsgebieden én zijn er extra gevoelig voor. Ze hebben bijvoorbeeld extra behoefte aan emotionele verbinding én emoties kunnen daarentegen ook vlug te heftig zijn. Het is dus altijd balanceren. In een volgend blog schrijf ik meer over de verschillende overexcitabilities.

Accepteren en integreren

Voor hoogbegaafden is het belangrijk te leren accepteren dat deze intensiteit bij hen hoort. Daarom verwerk ik in mijn begeleiding vaak de overexcitabilities. Pas dan komen kinderen er vaak achter dat ze niet raar zijn, maar dat dit nu net even anders bij hen werkt. Van een kolibrie maak je per slot van rekening ook geen mus. Bewustwording is vaak al een mooie stap in het ermee leren omgaan. Integreren ervan, het ermee leren omgaan, vraagt meer inspanning en meer tijd. Dat is vallen en opstaan en het opnieuw proberen. Het is ook vooral de truc om de mooie kanten van intensiteit te gaan gebruiken in je leven.

Mocht je meer willen lezen over intensiteit, dan raad ik je het boek ‘Leven met intensiteit’ van Susan Daniels aan. Zij beschrijft hoe de intensiteit in elke levensfase tot uiting komt.

Heb je naar aanleiding van dit blog vragen of kun je wel wat ondersteuning gebruiken bij het leren accepteren en integreren van de intensiteit van jouw kind, neem dan contact met mij op.

Hoogbegaafdheid en stressreacties

Hoogbegaafdheid en stressreacties

In de afgelopen weken dat kinderen thuis onderwijs krijgen, heb ik meermaals ervaren dat hoogbegaafde kinderen en hun ouders stress ervaren. De huidige omstandigheden zorgen klaarblijkelijk voor stressreacties die leiden tot allerhande gedrag: clownesk gedrag, onderduikend gedrag, vlugge irritaties, niet tot handelen komen, boze buien,…

Horend bij hoogbegaafdheid is de intensiteit van het leven. Gevoelens worden als heftiger ervaren. Dit maakt ook dat hoogbegaafde kinderen meer ontvankelijk zijn voor het oplopen van trauma’s. Trauma’s kunnen al op jonge leeftijd ontstaan en hebben vaak te maken met niet gezien worden en er niet bij horen. Dit leidt tot stressreacties. Juist door de intensiteit kunnen deze ervaringen voelen als trauma’s.

Mensenbrein, zoogdierenbrein en reptielenbrein

In een veilige situatie reageren mensen vanuit hun mensenbrein, het deel van ons brein dat in staat is te voelen en te denken. In deze situatie kunnen mensen leren, communiceren en analyseren. Dit gebied wordt in de hersenen de neocortex genoemd, waarvan de prefrontale cortex deel van uitmaakt.

Wanneer wij stress ervaren, bijvoorbeeld als situaties veranderen zoals nu het geval is, kunnen wij niet meer reageren vanuit ons mensenbrein. Dan reageren we vanuit ons zoogdierenbrein of ons reptielenbrein. Het zoogdierenbrein is het deel van de hersenen dat te maken heeft met onze emoties. Het zoogdierenbrein scant voortdurende de omgeving om te kijken of het ok is. Dit deel van onze hersenen is het limbisch systeem (met onder andere de amygdala) en streeft plezier na en probeert pijn te vermijden.

Het reptielenbrein komt in actie als er direct gevaar dreigt, dan neemt het reptielenbrein het automatisch over. Het zorgt ervoor dat je veilig bent en bevindt zich in de hersenstam en hypothalamus.

Window of tolerance

Zolang je blijft binnen de window of tolerance (Dan Siegel, 1999), kun je blijven nadenken, relativeren, analyseren vanuit je mensenbrein. Ontstaat er stress, dan kun je buiten de window of tolerance terechtkomen. Kom je er boven (hyper-arousal), dan ontstaat een reactie vanuit het zoogdieren- of reptielenbrein, de zogenaamde flight, fight of freeze reactie.  Er is sprake van een verhoogde alertheid. Kom je er onder (hypo-arousal), dan ontstaat een reactie vanuit het reptielenbrein, waarin een freezereactie ontstaat met apathie en verlamming. In normale omstandigheden, komen mensen wel eens buiten hun window of tolerance, maar er treedt daarna weer herstel op. Als er langere tijd sprake is van stress dan vernauwt het window of tolerance. Dat betekent dat een persoon eerder in hyper- of hypo-arousal komt.

Window of tolerance en hoogbegaafdheid

Door intensiteit en een verhoogde gevoeligheid of door eerder opgelopen trauma’s (denk aan niet begrepen worden, je anders voelen,…) kunnen hoogbegaafden een kleiner window of tolerance hebben. Dit betekent dat zij eerder in hypo- of hyperarousal kunnen komen. Welk gedrag zij vertonen, kan zeer wisselend zijn: van internaliserend terugtrekken naar externaliserend acting-outgedrag. Duidelijk is dat zij buiten hun window of tolerance niet tot leren komen.

Het is van belang dat deze kinderen weer terug in hun window of tolerance komen. Voor ieder kind is het van belang om te kijken waar de behoefte ligt. Door tegemoet te komen aan de behoeften van kinderen, kunnen zij weer terug binnen hun window of tolerance komen. Het streven is uiteraard om het ‘raampje’ weer te vergroten. Hoe? Dat is een zeer individueel proces, waarin ik eventueel kan ondersteunen.

Niet willen, niet kunnen of niet hoeven?

Thuisonderwijs aan hoogbegaafde kinderen

We zijn al weer ruim vier weken op weg met onderwijs thuis. De eerste weken waren wennen, zowel voor leerkrachten als voor ouders en niet in het minst voor kinderen. Bij sommigen zal een zekere routine zijn ontstaan, bij anderen lijkt dat maar niet te lukken. Zo zachtjes aan bereiken mij de berichten van ouders die het heel lastig vinden om hun hoogbegaafde kind thuis aan het werk te krijgen of houden. Ze willen zich niet inzetten, raken gefrustreerd bij moeilijke opdrachten, maken zich er makkelijk vanaf of beginnen niet eens aan hun werk. En dat leidt weer tot wanhopige ouders die niet begrijpen waarom hun kind niet lijkt te willen leren. Waarom is mijn kind zo lui? Deze vraag heb ik al vaker gehoord afgelopen weken.

Omgevingsfactoren

Ten eerste is het natuurlijk niet zo verwonderlijk dat een kind het moeilijk heeft in deze tijd. De normale structuur valt weg, de steun van klasgenoten en een leerkracht om je heen ook. De invloed van de omgeving kan niet verwaarloosd worden. Een leerkracht kan de drijvende kracht zijn voor een kind om in gang te schieten. Vooral kinderen die zich sociaal aanpassen, zullen baat hebben bij een leerkracht waar zij een goede band mee hebben.

Niet willen of niet kunnen?

Waar ik het in deze blog eigenlijk over wil hebben, is de soms foutieve aanname dat een ‘niet gemotiveerd’ kind niet wil leren. Is er wel degelijk sprake van niet willen? Of is er soms ook sprake van ‘niet kunnen’ en zelfs ‘niet hoeven’. Als een kind slim is, ligt ‘niet kunnen’ niet zo voor de hand. Toch kan het een kind aan vaardigheden ontbreken om aan een taak te beginnen en deze tot een goed einde te brengen. Zwakke executieve vaardigheden komen maar al te vaak voor bij hoogbegaafde kinderen en dat zal in deze tijd niet anders of zelfs sterker aanwezig zijn. Het ondersteunen bij het versterken van executieve vaardigheden kan een zware last leggen op ouders. Ouders die het nu al zwaar genoeg kunnen hebben.

Te vrijblijvend

‘Niet hoeven’ wordt nogal eens vergeten als oorzaak van het niet willen werken. We zijn mild geweest afgelopen weken voor onze kinderen, zowel ouders als leerkrachten. Begrijpelijk, onze kinderen hebben veel te verduren in deze tijd. Toch vragen ouders mij nu om vooral meer consequenties te verbinden aan het niet maken van werk. Als het werk te vrijblijvend wordt, dan zal menig kind er niet aan willen beginnen. Want hoe aantrekkelijk is het om aan moeilijk werk te beginnen, als je toch al niet zo goed tegen frustraties kan, het niet fijn vindt om fouten te maken, en er overal verleidingen zijn. Je hoeft het ook niet te doen voor je klasgenoten of juf die niet direct aanwezig zijn. Je ouders houden toch wel van je, daar twijfelen de meeste kinderen gelukkig niet aan. Hoogbegaafde kinderen zijn ook zeer goed in staat om hun slimheid in te zetten om te vermijden en dingen te ontwijken waar ze niet zo veel zin in hebben.

Compassie en consequenties

Dus voor alle ouders waarvan de kinderen weerstand bieden tegen het schoolwerk, laten we kinderen wat tegemoet komen in deze tijd door mee te denken. Laten we naast het verplichte basiswerk ook denken aan verrijking die in de lijn van de eigen interesse ligt, biedt dus ook keuzes aan. Laten we niet te veel vragen van de vaardigheden van hoogbegaafde kinderen op dit moment om ouders te ontlasten. En als laatste pleit ik voor een niet vrijblijvend karakter van verrijkingswerk, ook nu of misschien wel juist nu. Wel altijd vanuit een warme meelevende begeleiding! Onze hoogbegaafde kinderen zullen dankbaar zijn (ook al zullen sommigen uiteraard zeggen van niet)